De
bedrijfswinst (of -verlies) bekomt men door het verschil tussen enerzijds de
bedrijfsopbrengsten en anderzijds de bedrijfskosten. Praktisch al die kosten
zijn betaalbaar uit kas of op korte termijn: goederen, personeelsuitgaven,
enz... Ontsnappen aan die uitgaande stroom: de afschrijvingen, de voorzieningen
en waardeverminderingen. Het zijn niet-kaskosten.
De
brutoverkoopmarge meet de rentabiliteit van de verkopen vóór afschrijvingen.
Voor
volgende sectoren:
BAT Bouwondernemingen
MAR Scheepsbouw
INS Installatie, overige of meer dan één specialiteit
GCV Burgerlijke, utiliteits-, wegen- en waterbouw
ENG Ingenieurs-, studiebureaus
wordt
de brutoverkoopmarge volgens een andere formule berekend:
((9901
+ 630 ± 631/4 ± 635/7) / (70 + 71 + 74 – 740)) x 100.